Federico García Lorca (1898-1936) was een Spaanse dichter en schrijver. Hij groeide op in een welgestelde familie, aanvankelijk op het Andalusische platteland, later in Granada. In zijn toneelwerk speelt de ervaring uit zijn kindertijd, met name de kloof tussen arm en rijk en de verstikkende moraal van de machtige katholieke kerk een grote rol. Hij ontwikkelt zijn kunstenaarschap in een vooruitstrevende vriendengroep waar onder meer Salvador Dalí en Luis Buñuel deel van uitmaken. Als toneelschrijver breekt hij in 1933 door met Bloedbruiloft, gespeeld door zijn eigen reizende theatergroep La Barraca. In 1936 wordt hij in Granada als een van de eerste slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog geëxecuteerd door rechtse opstandelingen.

Werk:
De vloek van de vlinder (El maleficio de la mariposa) – 1921
Mariana Pineda (Mariana Pineda) – 1927
Het fantastische schoenlappersvrouwtje (La zapatera prodigiosa) – 1930
Het spel van Don Cristobal (Retablillo de Don Cristóbal) – 1930
Het publiek (El público) – 1930
In vijf jaren tijds (Así que pasen cinco años) – 1931
De liefde van don Perlimplin met Belisa in haar tuin (Amor de don Perlimplín con Belisa en su jardín) – 1933
Bloedbruiloft (Bodas de sangre) – 1933
Yerma (Yerma) – 1934
Doña Rosita of de taal van de bloemen (Doña Rosita la soltera o el lenguaje de las flores) – 1935
Het huis van Bernarda Alba (La casa de Bernarda Alba) – 1936
Komedie zonder titel (Comedia sin título) – 1936, onvoltooid