De Trojaanse Oorlog is voorbij: de Trojanen zijn verslagen, maar de Grieken nog niet naar huis. Kassandra zingt een huwelijkslied voor de dood van haar toekomstige meester; Andromache’s zoontje wordt haar ontnomen en van de muren van Troje gegooid; Helene bepleit vurig haar onschuld; en Hekabe zingt een zwanenzang voor de omkering van haar lot. Euripides beschrijft het angstvallige afwachten van de vrouwen. Deze vertaling van zijn tragedie wisselt metrische stukken en vrij vers af en is niet alleen om te lezen, maar ook om te spelen op de planken. Met inleiding, aantekeningen en namenlijst.
Vertaling: Tom Withaar, Rina Copinga, David Lettink en Aymon Cutileiro