Biografie

Jacobus (Jac) van Looy (Haarlem, 1855-1930) was een Nederlands schrijver en schilder. Zijn schrijf- werk bestaat uit verhalen, romans, gedichten, schetsen, brieven en vertalingen. Hij werd vooral bekend door zijn autobiografische trilogie Jaapje (1917), Jaap (1923) en Jacob (1930), waarin hij zijn jeugdjaren beschreef. Voor het toneel vertaalde hij zes stukken van William Shakespeare.

Van Looy vertaalde Shakespeare ‘op zijn per- soonlijke manier: met zijn woorden zijn zins- bouw, zijn stemming en zijn zielsbeweging.’ Dit persoonlijk stempel lag de toneelspeler Eduard Verkade buitengewoon goed, want hij zocht een toneeltekst waarmee hij iets kon doen:

‘Die Burgersdijksche beviel me niet. Waarom? Omdat, als je die zegt, je haast vanzelf in een dreun valt. Misschien lijkt u die Van Looy wat moeijlijk. Om te lezen wel, zo goed als de En- gelsche, maar voor het tooneel valt dat mee. Als je deze met begrip zegt, heb je vanzelf de juiste accenten.’ Verkade wist uit ervaring dat de taal en het ritme van Van Looy hem steunden. Zoals Verkade het zelf altijd zei: ‘Van Looy heeft de stouw van Shakespeare.’

Uit: Eduard Verkade – Mevrouw Verkade-Cartier van Dissel, 1978, De Walburg Pers Zutphen

Shakespeare vertalingen

Macbeth – 1900 Hamlet – 1907

(Vervolg Shakespear vertalingen)
Romeo en Julia – 1910
Naar Het U lijkt – 1915
Een midzomernachtsdroom – 1925
De koopman van Venetie? – 1935 (ongepubliceerd)