Puccini’s samenwerking met de toneelschrijvers/librettisten Luigi Illica (1857-1919) en Giuseppe Giacosa(1847-1906) was een van de meest succesvolle in de geschiedenis van de Italiaanse opera. Hij had in het moeizame creatieproces van zijn opera Manon Lescaut – waaraan op z’n minst vijf librettisten te pas kwamen – kennisgemaakt met beide schrijvers, en werkte met hen aan drie van zijn succesvolste opera’s: La bohe?me, Tosca en Madama Butterfly. De drie hadden een zeer duidelijke taakverdeling bij het samenwer- ken: Illica’s taak was het plannen van het scenario (d.w.z. het plan van de opera en de verdeling in aktes en sce?nes) en het opstellen van de dialogen; vervolgens zette Giacosa het proza om in gepolijste verzen; tenslotte zette Puccini deze verzen op muziek. De samenwer- king eindigde met de dood van Giacosa in 1906. Puccini bleef met Illica praten over het idee om het verhaal van Marie Antoinette in een opera te vertalen, maar dit project is nooit tot uitvoering gekomen. Voor zijn laatste opera’s wendde Puccini zich tot andere librettisten.