Johann Strauss jr. (1825-1899) was de zoon van de Oostenrijkse componist Johann Strauss sr., die wordt gezien als de aartsvader van de Weense wals. Van zijn vaders muzikale erfenis heeft Strauss dankbaar gebruik gemaakt, en ook zijn walsen, polka’s en marsen zijn vandaag de dag nog steeds een hoogtepunt in het lichtere klassieke repertoire. In de late jaren 1860 waagde Strauss zich voor het eerst aan het genre van de operette, nadat de populariteit van het genre was overgewaaid uit Parijs met de composities van Jacques Offenbach. Strauss vervolledigde in zijn leven zestien operettes, waaronder Eine Nacht in Venedig (1883) en Der Zigeunerbaron (1885), maar zijn Die Fledermaus (1874) wordt nog steeds gezien als het hoogtepunt van zijn oeuvre.