Jan Arends (1925-1974) was een Nederlands schrijver, dichter, en literair vertaler. Arends werd in 1972 op slag beroemd door de verhalenbundel Keefman, een onbarmhartige beschrijving van het leven van een man die voortdurend botst met de buitenwereld en behandelende psychiaters. Arends debuteerde in 1955 in het blad Maatstaf met het verhaal Lente/Herfst, tien jaar later gevolgd door Gedichten, welke bundel werd samengesteld voor Remco Campert. In 1974 verscheen zijn verhalenbundel Ik had een strohoed en een wandelstok. Op de dag dat zijn bundel Lunchpauzegedichten verscheen, pleegde hij zelfmoord door uit het raam te springen van zijn kamer aan het Roelof Hartplein in Amsterdam. Arends leed voor een groot deel van zijn leven aan ernstige depressies, waarover hij met Keefman een van de indrukwekkende getuigenissen schreef. Wanneer hij niet verbleef in
psychiatrische inrichtingen was Arends afwisselend schrijver, copywriter voor reclamebureaus en huisknecht bij oudere dames. Voor zijn kleine oeuvre zou hij in 1973 de Multatuliprijs krijgen. Toen Arends het raam uitsprong was het juryrapport nog niet gereed. Aangezien het doel van de prijs was ‘het stimuleren van de scheppende kunst’, zag men af van een postume uitreiking.

In 1997 maakte regisseuse Jelle Nesna samen met Koert Davidse een docudrama van vijftig minuten over het leven en werk van Arends, waarbij hij delen van zijn leven liet vertolken door acteurs. De rol van Arends werd hierin gestalte gegeven door Jeroen Willems. De film werd uitgezonden door de VPRO in het kader van Het uur van de wolf.

In 2003 verscheen de biografie Angst voor de winter van Nico Keuning. Het korte verhaal Keefman is te vinden in het verzameld werk Vrijgezel op kamers (1984), maar is ook opnieuw los uitgegeven,met een nawoord van Inez van Dullemen, bij De Bezige Bij.

www.debezigebij.nl