Gerhart Hauptmann (1862-1946)was een Duits toneelschrijver. Aanvankelijk schreef hij realistische drama's, waarin hij aandacht schonk aan de slechte situatie van de armen, later ook meer symbolische stukken en werken gebaseerd op de Griekse mythologie. Hij geldt als medegrondlegger van het Duitse naturalisme. In 1912 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij behoorde enige tijd tot de Friedrichshagener Kreis, een kring van intellectuelen in Berlijn.
In de jaren dertig trok Hauptmann zich steeds meer terug uit het publieke leven. Hij liet zich niet uit over het nationaalsocialisme. In 1946 stierf hij op 83-jarige leeftijd in zijn geboortestreek Silezië, dat inmiddels in Poolse handen was gekomen en waar de meeste Duitsers werden verdreven naar Duitsland. Hauptmann mocht niet in Silezië worden begraven.

Toneelwerk:
Bahnwärter Thiel (1888)
Vor Sonnenaufgang (1889)
Einsame Menschen (1891)
Die Weber (1892)
Hanneles Himmelfahrt (1894)
Die versunkene Glocke (1897)
Fuhrmann Henschel (1898)
Michael Kramer (1900)
Der arme Heinrich (1902)
Rose Bernd (1903)
Die Ratten (1911)
Der Bogen des Odysseus (1914)
Hamlet in Wittenberg (1935)
Iphigenie in Delphi (1941)
Iphigenie in Aulis (1944)
Agamemnons Tod (1948)
Elektra (1948)