Adriana van Rijndorp (1698-1753) was toneelspeler en schrijver van de
klucht De driftige minnaars, of Arglistige juffrouw, het enige stuk uit de 17e en 18e eeuw
dat geschreven werd door een actrice zelf. Ze was de dochter van Jacob van Rijndorp (1663-1720), toneelspeler en
schouwburgdirecteur, en Anna Catharina de Quintana (1668-1755), toneelspeelster. Van Rijndorp was later zelf ook schouwburgdirecteur van de Leidse schouwburg. In 1723 verscheen van
haar hand de klucht De driftige minnaars. Adriana speelde meest hoofdrollen: Elize in De dood van Hannibal; Octavia in De doodelyke minnenyd (treurspel van Willem van der Hoeven, 1714); Theodore in Theodore, maegt en martelares (treurspel van Pierre Corneille, vert. J. van Doesburg, 1715), Camille in Horace en Curace (treurspel van Pierre Corneille, vert. 1668) en Enone in Phedra en Hyppolitus (treurspel van Jean Racine, vert. Frans Rijk, 1683).