Imre Besanger (1981) richtte na zijn studie geschiedenis aan de UvA Theater Kwast op. Met Kwast komen zijn twee grote passies – geschiedenis en theater- samen. Na enkele producties zoals het 17e-eeuwse hofballet Ballet de la Paix en  P.C. Hoofts tragedie Geeraerdt van Velsen was hem één ding duidelijk over het spelen van Nederlands renaissance- en baroktheater: de tekst werpt zo veel speltechnische vragen op voor de spelers en regie, dat het noodzakelijk is om meer te weten van de 17e en 18-eeuwse theaterpraktijk om goede keuzes te maken op dramaturgisch vlak. Om dit te ontdekken en vlieguren te maken bedacht Besanger de serie Mond op Mond. Acteurs en musici repeteerden in één dag een stuk en speelden het vervolgens dezelfde avond met tekst in de hand voor publiek. Op deze wijze werden in drie jaar tijd twintig 17e en 18e-eeuwse stukken gespeeld, nadat ze door Besanger bewerkt waren voor opvoering. Zo had Kwast een heuse wereldpremière van een ongespeelde Vondel in handen met Vondels tragedie Zungchin over de val van de Chinese Ming dynastie, sloot schrijver Arthur Japin eenmalig bij de theatergroep aan om een 18e-eeuws blijspel van zijn voorvader Jacques Japin ten tonele te brengen en wordt vanaf 2018 al de opgedane kennis door Theater Kwast jaarlijks samengebald in de nieuwjaarsopvoeringen van de Gijsbreght van Aemstel op de exacte locatie waar het stuk in 1638 in première ging; in de resten van de eerste schouwburg van Nederland op de Amsterdamse Keizersgracht. Vervolgens bedacht Besanger Vondel was een Vrouw, omdat het na al die toneelschrijvers hoog tijd was voor het werk van toneelschrijvende vrouwen uit de 17e en 18e eeuw. Naast bewerking, tekent Imre voor de regie en maakt ook op het toneel zijn opwachting. Hij publiceerde meerdere malen over zijn onderzoek en werkwijze en gaf als gastdocent op meerdere universiteiten gastcolleges over het toegankelijk maken van dit ogenschijnlijk moeilijke repertoire.



Bewerkingen


Ballet de la Paix – 1668
Reyer Anslo – Parijsche Bruiloft – 1649
Reinier de Bont – Beleg en ontset der stadt Leyden – 1645
Geeraedt Brandt – De veinzende Torquates – 1644
Samuel Coster & P.C. Hooft – Isabella – 1618
G.A. Bredero – Lucelle – 1615
G.A. Bredero – Stommen Ridder – 1618
Gijsbrecht van Hogendorp – Treurspel van de moordt begaen
   aen Wilhelm van Oraengien – 1618
P.C. Hooft – Achilles en Polyxena – 1598
P.C. Hooft – Geeraerdt van Velsen – 1612
P.C. Hooft – Theseus en Ariadne – 1603
Jacques Japin – Arlekijn Hulla – 1747
Pieter Langendijk – Quicampoix or the Wind-traders – 1720
Juliana de Lannoy – Belegering van Haerlem – 1770
Katharina Lescailje – Hercules en Deianira – 1688
Steven vander Lust – Herstelde Hongers-dwang of Haarlemse
   belegeringe – 1660
Lucretia van Merken – Jacob Simonszoon de Rijk – 1774
Petronella Moens – Johanna Grey – 1789
Catharina Questiers – Den geheymen minnaer – 1655
Adriana van Rijndorp – De driftige minnaars – of Arglistige
   juffrouw – 1723
Jacob van Rijndorp – De bruiloft van Kloris en Roosje – 1707
Theodoor Rodenburgh – Casandra – hertoginne van Borgoni
   en Karel Baldeus – 1618
Johannes Serwouters – Hester of de verlossinge der Joden – 1659
Catharina Verwers – Spaensche Heydin – 1644
Joost van den Vondel – Batavische Gebroeders – 1663
Joost van den Vondel – Gijsbreght van Aemstel – 1638
Joost van den Vondel – Leeuwendalers – 1648
Joost van den Vondel – Lucifer – 1654
Joost van den Vondel – Maria Stuart – 1646
Joost van den Vondel – Zungchin – 1667
Jan Vos – Aran en Titus – 1641
Jan Vos – Medea – 1667
Margaretha van der Werken – Oedipus aan het hof van
   Admetus – 1783